Hond achter het stuur
Door: Witwer Joustra
Geplaatst: 16-11-2021 14:35|© Foto: dogfysion
Zoals ik in mijn eerste verhaaltje over mijn werk bij de dierenambulance al schreef, hier volgt een nieuwe anekdote.
Ik werd ’s morgens al om een uur of half acht wakker gebeld door de centralist met de mededeling dat er een hond was aangereden, en, zo meldde de chauffeur “de hond is erg boos”.
Mijn eerste reactie was dan ook “In ieder geval leeft ie dan nog”. Aangezien de plaats van het ongeval nogal vaag was, kreeg ik het mobiele nummer van de chauffeur, om er achter te komen waar hij precies stond. Ik belde en kreeg direct de chauffeur aan de telefoon. Het bleek dat hij in eerste instantie dacht dat hij de hond had aangereden. Geschrokken was hij uitgestapt om de gewonde hond te bekijken. Echter, de hond was niet geraakt, was snel om de auto heen gelopen en in de auto gesprongen. Toen de chauffeur ook weer in de auto wilde, had de hond naar hem gegromd en geblaft. “Het is hartstikke mistig hier, donker en koud. Ik sta hier buiten te vernikkelen en die verrekte hond zit prinsheerlijk achter het stuur in een warme auto. En hij wil me er niet in laten”.
In gedachten zat ik het tafereel voor me, en begon te lachen. Niet aardig, maar ik kon het niet tegen houden. Gelukkig kon ook de chauffeur er wel een beetje de lol van in zien. En toen hij mijn advies opvolgde om de andere deur van de auto open te zetten en wat lawaai te maken om de hond vanachter het stuur weg te jagen en toen dit lukte, kon hij er ook wel om lachen.
Het was een stabij-achtige hond, die nu richting de grote doorlopende weg liep. En daar maakte de chauffeur zich toch wel een beetje ongerust over. Er wordt daar over die weg altijd vrij hard gereden. Ik sprak af dat ik direct naar die weg toe zou rijden, zou proberen de hond op te sporen en te vangen en bij zijn eigenaar terug te brengen.
Ik heb die hele weg 2 keer heen en weer gereden, maar de hond niet aangetroffen. Toen ik contact opnam met de centrale en dit meedeelde en tenslotte zei dat ik weer terug richting huis ging, zei de centralist dat ik eerst nog even naar Heerenveen moest, naar een basisschool waar een hond in groep 5 het middelpunt van de pret was. Toen ik de klas van groep 5 binnen liep, zag ik een stabij-achtige hond, die zich heel vrolijk alle aandacht liet welgevallen. Na het uitlezen van de chip werd de eigenaar gebeld en heb ik de hond teruggebracht. Het bleek later dat het beest er een sport van maakte om fietsende kinderen naar school te volgen.
Hij had er die morgen dus al een pittige wandeling van zo’n 10 kilometer op zitten. Ik moet nog steeds grinniken als ik in gedachte de hond achter het stuur zie zitten, terwijl de verkleumde eigenaar wanhopig probeert toegang tot zijn eigen verwarmde auto te krijgen.